Vivian Beauty 8 mrt 2017, 07:00

Leestijd: 3 minuten

10 stadia die je doorloopt als de kapper je haar verpest

Al máánden wil je iets anders met je haar, maar nu heb je dan eindelijk de moed verzameld om het daadwerkelijk te doen. Opgewonden stap je de kapsalon binnen en laat je de kapster minstens twintig verschillende foto’s zien van de lange bob die je zo graag wilt.

Knip, knip. Je ziet je lange lokken op de grond vallen. Wanneer je in de spiegel kijkt, schrik je je kapot. Je haar is véél korter dan je had verwacht. “Komt allemaal goed”, probeert de kapster je nog gerust te stellen. “Wanneer het geföhnd is, komt je haar er nét zo uit te zien als op de foto’s.”

Inmiddels heb je alle hoop op een goede afloop verloren. Je houdt je tranen in, zet je meest neppe lach op, rekent af, bedankt de kapster en rijdt zo snel mogelijk naar huis. Hoewel het toen nog leek alsof je leven voorbij was, kun je er nu gelukkig wel om lachen.

Voor wat éxtra vermaak hebben wij de tien stadia die je doorloopt als de kapper je haar verpest op een rijtje gezet. Deze punten komen ons helaas maar ál te bekend voor.

1. Het enthousiasme vooraf. Een nieuw kapsel is altijd spannend. Het is de perfecte manier om jezelf een nieuwe look te geven, zonder een al te pijnlijke verandering.

2. De kapsalon. De plek waar je je zorgen los kunt laten, je kunt ontspannen en waar er alles aan wordt gedaan om het jou tot je zin te maken. Maar het kan zijn dat je door deze gelukzalige toestand iets te veel vertrouwen hebt in de persoon met de schaar.

3. It’s all happening! Hoewel kappers voor hun vak hebben geleerd, kan het nog wel eens misgaan – het blijven immers mensen. Een miscommunicatie, ongebruikelijk kapsel of een haartextuur waar ze niet aan gewend zijn kan leiden tot een ander kapsel waar je om had gevraagd. Eenmaal gevestigd in de kappersstoel ben je zó gefixeerd op je spiegelbeeld, dat je het direct doorhebt wanneer je kapper een fout maakt. Je blijft op je hoede.

4. Je voelt je goed. Oké, misschien maakte je je wel helemaal zorgen om niets. Nu de kapster met haar magische föhn je haren heeft bewerkt, ziet je kapsel er geweldig uit.

5. De werkelijkheid dringt tot je door. Zodra je onder de douche stapt slaat dat enthousiasme al snel om in verschrikking. “Zo zag mijn haar er niet uit toen de kapper het deed? En waarom zit er een inham in mijn pony?”

6. Woede. Eén en al woede. Heb je al die tijd in de kappersstoel gezeten en zóveel geld uitgegeven voor dit?!

7. Blijven ademen. Adem in, adem uit. Je blijft jezelf voorhouden dat het maar haar is. “Het groeit wel weer aan.”

8. Je probeert er wat van te maken. Haarbanden, haarknipjes, haarschuifjes, mutsen, petten; je bent druk op zoek naar iets waardoor je haar er nog redelijk oké uitziet.

9. Je probeert letterlijk álles. Extensions, pruiken, misschien zelfs een masker? Dan word je in ieder geval niet herkend.

10. Je overleeft. Oké, oké, het is inderdaad maar haar. Op een dag kom je wel over dit trauma heen, maar in de tussentijd gaat het leven gewoon verder – of je nu een goed of een slecht kapsel hebt.

Je wilt natuurlijk niet dat dit fiasco nog eens gebeurd. We got you! Met deze 5 tips hoef je de kapper nooit meer verdrietig te verlaten: