14 frustrerende dingen die je herkent als je huisgenoten hebt
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.nsmbl.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2019%2F05%2Ffrustratie-huisgenoten.jpg)
Je houdt van ze, maar je haat ze soms ook (af en toe). Deze 14 dingen zul jij zeker herkennen als je met meerdere mensen in een huis gewoond hebt.
Als student (of als je überhaupt met meer mensen samenwoont) moet je leren dat je niet alles volgens jouw standaard schoon kunt houden. Je zult moeten leren dat je sommige dingen moet loslaten, in plaats van keer op keer boos worden. Je wilt je huisgenootjes namelijk wel te vriend houden. Het hebben van huisgenootjes kan heel fijn zijn, wanneer je bijvoorbeeld slecht in je vel zit en steun nodig hebt. Maar het kan ook wel eens heel erg frustrerend zijn.
1. Geen enkele huisgenoot is perfect
Hoe lief iemand ook is, er is altijd wel iets aan je huisgenootje waar je je aan gaat irriteren. Bijvoorbeeld dat je roomie veel te veel badkamerspullen heeft waardoor de hele badkamer vol staat met haar spullen, of dat hij/zij nooit de wc schoonmaakt. Hopelijk heeft je huisgenootje meer goede eigenschappen dan slechte, dan kun je er vaak wel mee leven.
2. Er is altijd wel iemand die de wc-bril omhoog laat staan
Als je ooit hebt samengewoond met jongens, zul je dit frustratiepuntje zeker herkennen. Mannen laten áltijd de WC-bril omhoog staan, en pissen regelmatig de hele pot en omstreken onder. Zolang je niet kan mikken als een vent, ga je maar zitten als een meisje.
3. Zo nu en dan gaat er iets heel erg stinken
Of het nou iemands voorliefde is voor de frituurpan, of nooit de afwas doet, na een tijdje gaat er iets flink stinken. Ook kan deze lucht komen uit de slaapkamer van huisgenootjes die nooit schoonmaken. Niet fris.
4. Een lading post die nooit voor jou is
Soms zie je een aantal brieven in de brievenbus, maar die zijn vrijwel nooit voor jou. Altijd stiekem een klein beetje teleurstellend. Ook vervelend als je huisgenootjes nooit hun post legen en de brievenbus verandert in een oud-papier-bak.
5. Zo. Veel. Lege. Flessen.
Iedereen drinkt wel eens een flesje wijn of een biertje, maar niemand voelt de neiging om al het glaswerk eens weg te brengen. Soms moeten jullie simpelweg met zijn allen even de tassen vullen en het naar de glasbak gaan, anders kun je je bijna niet meer door de keuken bewegen.
6. Die ene huisgenoot die je eten jat
Soms denken huisgenootjes dat jouw eten voor het hele huis is. Vooral ingrediënten zoals olie, melk en brood verdwijnen nog regelmatig uit jouw kastje. Wat volgt is een passief-agressieve fase waarin je overal post-its op moet plakken waarin je je huisgenootjes duidelijk maakt dat ze er vanaf moeten blijven.
7. Waar gaan alle borden en vorken naartoe?
Je hebt altijd wel één hoarder in je huis wonen, die wekenlang zijn of haar afwas opstapelt in zijn of haar kamer. Na een tijdje zijn er alleen geen borden meer over en ga je maar weer naar de IKEA om nieuwe te halen, want als die borden daar al zo lang liggen, worden ze nooit meer helemaal schoon.
8. Het boeit niemand hoe de gezamenlijke ruimtes eruit zien
In echte studentenhuizen, is de gezamenlijke woonkamer en keuken meestal een ramp. Iedereen zorgt er (eventueel) voor dat de eigen kamers schoon zijn, maar de rest van de ruimtes worden steeds viezer en viezer. Overal staan random spullen, zoals kapotte fietsbanden en afgestorven basilicumplantjes.
9. Huisgenootjes die hun eigen rommel heel goed kunnen negeren
Het is bijna knap hoe goed sommige huisgenootjes kunnen doen alsof hun troep niet bestaat. Wij snappen niet hoe je kunt functioneren als er overal etensresten en vieze kleren liggen. Clean your shit, bro.
10. De ‘spook’ van het huis
Dit is die ene huisgenoot waarvan iedereen twijfelt of hij wel bestaat of niet. Je ziet hem of haar bijna nooit aangezien ze nooit uit hun kamers komen. Áls ze uit hun kamer komen sprinten ze naar de badkamer of naar buiten, nog voordat je ‘hoi’ kunt zeggen. Je hebt geen last van deze persoon, maar het is wel een beetje weird.
11. Al die huisdieren
De één houdt weer van katten, en de andere heeft een hele dierentuin in de kamer staan vol met spinnen, slangen en hamsters. Zolang het maar geen bedwantsen worden is het oké, maar fijn is anders.
12. Er is maar één wasmachine
En deze is altijd vol als jij je was wilt doen. Eigenlijk moet je in het holst van de nacht opstaan om je was te kunnen doen, maar dan krijg je weer dat mensen gaan klagen over het geluid van de centrifuge. Struggles.
13. De luidruchtige muziekliefhebber
Deze mensen hebben niet door dat er zoiets bestaat als ‘een koptelefoon’. Dit prachtige voorwerp zorgt ervoor dat je naar je muziekjes kunt luisteren, en je andere huisgenootjes lekker kunnen slapen zodat ze uitgerust zijn voor hun tentamens. You’re welcome.
14. Toch houd je van je studentenhuis
Soms kun je je huisgenootjes wel schieten, maar er zijn ook genoeg tijden dat ze 100% voor je klaar stonden als je iets vervelends had meegemaakt of wanneer je ziek was. De vriendschappen die je maakt in je studentenhuis blijven voor altijd, aangezien je meer leert van elkaar wanneer je met iemand samenwoont.